Moord op de Plaats Delict

‘Een schoolvoorbeeld,’ ritste rechercheur Mulder de sporttas met babylijkjes dicht, ‘van hoe we in dit land niet met elkaar omgaan.’
Agent Niewold liep langs het talud en hurkte bij een dwaalspoor.
‘Wat heb je daar?’ hurkte Mulder in haar kielzog.
‘Een spoor,’ wees Niewold niet zonder trots, ‘kijk.’
‘Hm,’ zocht Mulder op zijn telefoon naar het nummer van de forensisch expert, ‘ik ga de forensisch expert bellen.’

Een gedegen veldonderzoek, een nachten durende zoektocht door de DNA-databank, een huiszoekingsbevel, arrestatie, onterechte veroordeling, interventie van een misdaadverslaggever en een vrijspraak in hoger beroep later, greep Mulder na een vechtscheiding – geschorst en wel – liggend op de divan onverrichter zake naar de fles.
‘Een lichtflits noemen ze dat,’ dronk hij, ‘nou geef mij die eeuwigheden van duisternis maar.’
De deurbel ging. Mulder deed niet open. De deurbel bleef gaan. Mulder bleef niet opendoen. Niewold bleek de aanhouder, Mulder deed open.
‘Tjee,’ zei Niewold toen ze in de kamer stond, ‘wat een boel vaat.’
‘Ach,’ haalde Mulder zijn schouders op, ‘het is maar servies. Je kunt poetsen wat je wilt; servies is het, en servies zal het blijven.’
‘Toch oogt dit rustiger,’ zei Niewold nadat ze de fles in Mulders hand had verruild voor een theedoek en de vaat had gedaan. ‘Die kleren die je aanhebt,’ rook ze, ‘die moeten onmiddellijk gewassen. De muren moeten geverfd en de meubels vervangen. Hier, neem dit scheermesje en ga naar de badkamer, dan maak ik vast een profiel voor je aan op een datingsite voor hoger opgeleiden.’
‘Gaat niet,’ toog Mulder met het scheermesje naar de badkamer, ‘mijn ex heeft het internet meegenomen.’
‘Deksels,’ vloekte Niewold, ‘wat een inhalige hoer.’

‘Ik heb een man ontmoet,’ parkeerde Niewold de Volvo bij de meubelboulevard.
‘O?’ overwoog Mulder de aanschaf van een tweepersoonsbed.
‘Hij heet Tjirk,’ wees Niewold hem op een rek vrolijk gekleurde gordijnen.
‘Sorry?’ koos Mulder een setje uit een rek met soberder exemplaren.
‘Tjirk,’ knikte Niewold naar een bankstel, ‘dat is een naam. Hij doet iets met sterrenkunde.’
‘Sterrenkunde,’ legde Mulder een wandklok, een vloerkleed en een hanglamp in zijn karretje, ‘je moet er maar opkomen.’
Niewold zweeg. Ze nam een paars kussentje van een stapel en legde het bij Mulders aankopen.
‘Hoe heb je hem ontmoet?’ durfde Mulder het paarse kussentje niet terug te leggen, ‘op die site van je?’
‘In de supermarkt,’ koos Niewold een eettafel, ‘op de zuivelafdeling.’
‘Leuk,’ rekende Mulder af bij de kassa, ‘Tjirk. Ik ben blij voor je.’
‘Ja,’ bracht Niewold hem naar huis, ‘ik ook.’

Mulder zette de televisie aan, zat zijn schorsing uit en ging naar bed. Hij droomde dat hij werd achtervolgd door een nachtmerrie waarin hij Niewold moest helpen bevallen van een sterrenkind. Hij werd wakker op het nippertje.